Lieve mensen,
Fijn dat jullie er zijn! Ik vind het geweldig dat jullie allemaal gekomen zijn!
Natuurlijk hadden we hier niet moeten staan. Natuurlijk had Nadine gewoon terug moeten bellen, maar ze belde niet terug. Nooit meer. Vanaf dat moment is ons leven voor altijd anders geworden. Eigenlijk had ik nooit dit boek moeten hoeven schrijven. De feiten zijn te gruwelijk om waar te zijn.
Toch is mijn boek, ‘Mam, ik bel je zo terug' er gekomen. En met dat feit ben ik blij. Het is een ode aan Nadine, maar gaandeweg het schrijven besefte ik dat het boek misschien ook anderen kan helpen. De ogen opent van jonge meiden in een gewelddadige relatie.
De aanzet tot het boek begon met een brief die ik twee weken na haar dood aan haar heb geschreven over de prachtige dagen die wij samen in Zuid-Limburg hebben doorgebracht, één maand voor haar overlijden. Om niets te vergeten, geen enkel detail. Ook noteerde ik flarden van gesprekken die we hadden. Ze vlogen op de meest onverwachte momenten in mijn geest. Ik schreef over het onpeilbare verdriet, de chaos, het missen. ‘Goh, je zou er een boek over kunnen schrijven', werd er tegen me gezegd. Langzaam maar zeker kreeg dat idee vaste vorm in mijn hoofd.
Op een dag, je zou het ‘toeval' kunnen noemen, maar dat geloof ik niet, zag ik een verhalenwedstrijd in GezondNu. Spontaan heb ik het blad gekocht en heb ik drie A4tjes over de afschuwelijke moord op Nadine naar hun opgestuurd. Na een aantal maanden kreeg ik een mailtje van Frits Poiesz van Kosmos Uitgevers met het voorstel een afspraak te maken om te praten over de mogelijkheid om mijn verhaal over Nadine in boekvorm uit te gaan geven. En zo is het begonnen, bijna 1,5 jaar geleden.
Het klikte en ik kreeg alle vrijheid om mijn gevoelens op papier te zetten. We spraken regelmatig af. Ik heb veel aan zijn feed back gehad, en kijk dan ook met veel warmte terug op deze ontmoetingen. Het was emotioneel, heftig, prachtig om te schrijven. Therapeutisch ook. Het gelukzalige gevoel toen ik schreef over haar eerste levensjaar. De zoete pijn. De lach die ik voelde opborrelen wanneer ik omschreef hoe zij bijna opsteeg van vreugde, als we weer eens in een deuk lagen. Nadine kon zo onweerstaanbaar lachen!
Maar ook de woede, het niet te omschrijven verdriet wat ik voelde bij het schrijven over de dag dat zij werd vermoord en over de dag dat wij alle walgelijke details moesten aanhoren tijdens de rechtszaak. Ik heb regelmatig mijn laptop dichtgeslagen omdat ik bijna stikte.
Eén van die momenten die ik heb opgeschreven was de zondagavond, de dag na haar dood, toen wij haar voor het eerst zagen.
Over dat moment zou ik graag een stukje uit mijn boek willen voorlezen.
Dan de confrontatie met Nadine. We worden naar een kleine
wachtruimte gebracht. Jacques, Jacqueline en ik gaan met z’n drieën naar binnen.
Daar ligt ze. Is dit mijn kind? Ze ligt daar zo stil, zo niet
meer te zijn. Ze is zo bleek. Nadine, word wakker!
Jacqueline en ik gillen, we gillen tot we schor zijn. We zitten
op de grond. We staan weer op. Ik kijk naar Nadine. Ik streel
haar haren, dat vond ze fijn. Ze voelen nog als Nadine. Haar huid niet meer, haar huid is koud, koud als ijs. Niet warm en levendig. Er is geen leven meer in haar, dat is voorgoed weg.
Er bestaat niets meer, alleen de pijn, de pijn die ons in bezit
heeft genomen. Kapot zijn van verdriet. Ik begrijp nu wat daarmee wordt bedoeld. Binnenin is alles kapot, alsof er een bom midden in je buik ontploft, tergend langzaam, als een sluipmoordenaar, naar boven, naar je hart, je keel, niets ontziend.
We nemen haar mee naar huis. Hoe kan het dat alles nog
hetzelfde is? Hoe kan het dat de wereld gewoon doorgaat alsof er niets is gebeurd? Alsof mijn kind daar niet koud en stijf opgebaard ligt?
Ik zit in de auto terug naar Hoorn. Wezenloos voel ik me.
Ik wil opgenomen worden in het universum. Niet meer bestaan als mens. Is dit echt? Is dit ons leven? Dit leven wil ik niet. Ik weet zo helder als kristal, het gelukkige leven dat we leiden, is voorgoed voorbij. Dit is een loodzware last om te dragen, een onmenselijke last. Alles is anders.
Ook voor Jacques is alles anders. Hij heeft om zijn emoties te uiten een aantal gedichten geschreven waarvan ik er een paar in mijn boek heb opgenomen. Graag zou ik één van die gedichten willen voordragen. Het gedichtje heet 'Verlangen' en gaat over zijn gevoelens die hij heeft als hij denkt aan Nadine die in haar rode Golfje in alle vertrouwen over de snelweg naar haar moordenaar toereed..
Verlangen
Hoor je stem nog in de wind
En langs de volle wegen
Een geluid dat ik zo prachtig vind
Ik hoor je in de regen
Plots krijst een meeuw
Tegen beukende golven
De emotie die wint
Onder tranen bedolven
De gedachte aan jou
Mijn onmog’lijke wens
Als een rag in de dauw
Zo echt, zo intens
We moeten je missen
Het zal wel zo zijn
In wateren zwemmen vissen
Door mijn bloed kruipt de pijn
Jou ooit weer te zien
Nog ver van het heden
In omarming te kijken
Naar een gelukkig verleden
Pap voor Nadine
Verder zou ik nog een dankwoord uit willen brengen. Het is onmogelijk om iedereen bij naam te noemen, maar feit is dat als ik niet zoveel liefdevolle, warme mensen om me heen had gehad, dit boek er ook niet zou zijn geweest. Wanneer je zo iets gruwelijks overkomt, verlies je alle vertrouwen in de mensheid. Door alle hulp en liefde om ons heen is dat vertrouwen weer terug. Dank jullie wel daarvoor lieve vrienden, familie, collega's, mensen van de pers, bekenden, kortom alle mensen die ons een warm hart toe dragen.
Wanda met haar uitgever Frits Poiesz
Mijn persoonlijke dank gaat uit naar:
Jacques, mijn man, voor zijn niet aflatende steun.
Jacqueline, onze oudste dochter, van wie ik haar dagboeken mocht lezen voor het boek.
Mijn ouders, voor hun liefde en voor hun geweldige inzet als opa en oma voor onze meiden.
Marjan van de Berg, voor haar aantekeningen die zij tijdens de rechtszaak heeft gemaakt en voor haar quote op de achterkant van mijn boek.
Geert ten Dam, hoofdredacteur van HDC Media, die mij aanraadde mijn herinneringen op papier te zetten.
Kosmos Uitgevers, met name Frits Poiesz, maar ook Maaike Maaswinkel en Yolande Michon.
Het bestuur van de Nadine Foundation.
Ik vind het heel fijn dat we de stichting hebben. Het geeft heel veel voldoening om daar mee bezig te zijn. Mijn verdiensten aan het boek gaan dan ook geheel naar de Nadine Foundation.
Lieve mensen, heel heel erg bedankt.
Dan kom ik nu aan het einde van mijn verhaal.
Mijn boek, Mam, ik bel je zo terug, gaat over onze prachtige dochter Nadine, over haar leven, over haar dood. Maar we hebben nog een prachtige dochter, Jacqueline, waar ik ook zo zielsveel van houd! Daarom draag ik mijn boek op aan haar, aan onze oudste dochter Jacqueline.
Lieverd, voor jou!
Dank jullie wel.
Ik ben ontzettend blij dat ik Antje Monteiro mag aankondigen. Antje heeft een indrukwekkende carriere als zangeres. Ze heeft al heel veel gedaan, waarvan één van de hoofdrollen in de musical Aida niet ongenoemd mag blijven.
Op dit moment staat ze op de planken met een hoofdrol in Crazy Shopping. Een ontzettend leuke musical. Straks moet ze meteen weer door naar Den Haag waar Crazy Shopping tot en met morgen wordt gespeeld. Daarna verhuist de musical naar andere steden in ons land. Voor de speellijst kunnen jullie kijken op www.antje.nl .
Ook is vorig jaar haar eigen Nederlandstalige album”100% Antje” uitgekomen.
Antje zal vandaag het prachtige nummer “Ineens” zingen. Deze is ook als single te verkrijgen en gaat over het ineens verliezen van iemand van wie je houdt. Dat is ook Antje overkomen. Haar zus overleed plotseling.
Het nummer raakt me tot in mijn ziel. Mag ik jullie aandacht voor Antje Monteiro met “Ineens”.
Wanda